Sinds het begin van de COVID-19 pandemie verzamelt Sciensano gegevens van COVID-19 patiënten die in de meerderheid van Belgische ziekenhuizen werden opgenomen om de evolutie van deze patiënten te bestuderen en om risicofactoren voor ernstige ziekte of overlijden te identificeren.
Daarnaast verzamelt Sciensano dagelijkse cijfers over het aantal COVID-19 patiënten in de Belgische ziekenhuizen die gebruikt worden om de bedbezetting over de tijd op te volgen.
Op basis van deze gegevens, onderzocht Sciensano de invloed van organisatorische aspecten op de uitkomst van COVID-19-patiënten op een intensieve zorgafdeling in België.
Verschillende studies, uitgevoerd in verscheidene landen, onderzochten al de risicofactoren voor sterfte in het ziekenhuis van COVID-19-patiënten opgenomen op een intensieve zorg (IZ) afdeling.
Sciensano voerde eenzelfde studie uit, bij 1747 patiënten die gehospitaliseerd waren in Belgische ziekenhuizen tussen maart en augustus 2020 en verbleven op IZ.
Hieruit blijkt dat onder meer oudere leeftijd en aanwezigheid van bijkomende aandoeningen (zoals chronische longziekten, chronische nierziekten, en chronische immuundeficiëntie) de kans op overlijden verhogen. Daarnaast hebben ook patiënten die invasieve beademing of extracorporale membraanoxygenatie (ECMO) nodig hebben een verminderde overlevingskans.
Bijkomend onderzocht Sciensano de rol van organisatorische aspecten van ons zorgsysteem op de prognose van COVID-19 patiënten, opgenomen op een IZ-afdeling. Tijdens de piek van de epidemie werd ons zorgsysteem geconfronteerd met een ongeziene toevloed van patiënten die nood hadden aan intensieve zorg in het ziekenhuis.
In sommige Belgische ziekenhuizen bleek het aantal bestaande (erkende) IZ-bedden onvoldoende om het totale aantal COVID-19 en niet-COVID-19 patiënten die intensieve zorg nodig hebben op te vangen.
Opdat er voldoende intensieve bedden en beademingstoestellen beschikbaar zouden zijn, moesten ziekenhuizen vaak snoeien in de niet-COVID-19-gerelateerde zorg en werden andere ziekenhuisafdelingen, ontwaakzalen, en operatiekwartieren omgevormd tot nieuwe IZ-afdelingen.
Een grote uitdaging daarbij was om deze extra gecreëerde capaciteit te kunnen bemannen met gekwalificeerd zorgpersoneel, specifiek voor het toedienen van intensieve zorg.
Wanneer alle erkende IZ-bedden voorbehouden voor COVID-19-patiënten bezet zijn in een ziekenhuis, moet er overgeschakeld worden op de extra gecreëerde capaciteit.
Uit onze studie blijkt dat een overschreden bedbezetting (de zogenoemde IZ "overflow" oftewel het overschrijden van het aantal bestaande/erkende IZ-bedden voorbehouden voor COVID-19 patiënten) gerelateerd is aan verhoogde mortaliteit van de COVID-19-patiënten die op de overspoelde IZ-afdelingen in België werden opgenomen.
De sterftegraad was 6% hoger in overspoelde ten opzichte van niet-overspoelde IZ-afdelingen.
Op basis van deze bevindingen dienen we in de eerste plaats proberen te vermijden dat de bestaande IZ-capaciteit overschreden wordt een maximale spreiding van patiënten over de erkende IZ bedden, en dus het transfereren van patiënten naar ziekenhuizen met nog beschikbare erkende IZ bedden, aan te moedigen.